Het slachtoffer was op 1 juli in de vroege ochtend met een vriendje op weg naar school toen een auto hem met hoge snelheid raakte bij een oversteekplaats. De jongen werd volgens het Openbaar Ministerie (OM) 24 meter door de lucht geslingerd en hield daaraan een gebroken rugwervel, een enkelbreuk, een hoofdwond en diverse schaafwonden over. De politie stelde dat de bestuurder tussen de 45 en 75 kilometer per uur had gereden en nauwelijks had afgeremd.
Racen
Getuigen verklaarden dat ze, net voor de aanrijding, twee auto’s (een Audi en een Volkswagen Golf) hadden zien racen op de Krimpenerbosweg. ‘Ze reden als gekken’, verklaarde één van hen. ‘Het leek wel een wedstrijd’, zei weer een ander. Na het ongeval werd de Audi gezien op de Ouderkerkse IJsseldijk en in Lekkerkerk. De auto had een beschadigde bumper en een grote ster in de voorruit. Ook viel de bestuurder op door zijn gedrag. ‘Hij zat zenuwachtig aan z’n lip te krabben.’
Tegenover de Rotterdamse rechtbank ontkende de 28-jarige verdachte elke betrokkenheid. Hij wees alle beschuldigingen van de hand. “Als ik iemand aan zou hebben gereden, was ik wel gestopt om het slachtoffer te helpen. Zo ben ik.” De officier van justitie denkt dat het wel degelijk S. was die achter het stuur zat van de zwarte Audi die door getuigen was gezien.
Onvindbaar
Die Audi bleek lange tijd onvindbaar. Eind 2014 werd het voertuig toch aangetroffen, bij een nieuwe eigenaar. Ook zaten er nieuwe kentekenplaten op. Uit onderzoek kwam vast te staan dat de Audi bij de aanrijding betrokken was geweest. Zo lag er glas in de paravan (kunststof gedeelte tussen voorruit en motorkap, red.) en bleken de verfresten die op de fiets zaten, overeen te komen met de verf van de auto.
Toch bleef S. volhouden ook maar iets met het ongeval te maken te hebben. Zelfs na het tonen van beelden in de rechtszaal – gemaakt in de shop van een tankstation in Lekkerkerk, net voor het tijdstip van ongeval – gaf de verdachte geen krimp. “Ik zie geen enkele gelijkenis.”
Volgens zijn advocaat is er ‘geen enkel direct bewijs’ dat de verdachte op de bewuste dag de Audi bestuurde. De auto stond inderdaad op naam van zijn cliënt, “maar op beelden is te zien dat er die ochtend nog een tweede persoon in de auto zat. U kunt dus niet met zekerheid zeggen dat mijn cliënt achter het stuur zat op het moment van de aanrijding. Bovendien spreken getuigen van een blanke kale man. Mijn cliënt heeft kort haar.”
Geen voorrang
De advocaat wees ook naar de toedracht van het ongeval. “Ter plaatse geldt een maximumsnelheid van 80 kilometer per uur. Fietsers hebben bij de oversteek geen voorrang. Het slachtoffer zat te rommelen aan zijn tas en verleende geen voorrang aan de auto. Dat is essentieel.” Hij vindt een half jaar cel voor S. dan ook veel te gortig, mocht die veroordeeld worden. “Het is ontzettend vervelend dat de jongen letsel heeft opgelopen, maar mijn cliënt moet daar niet zes maanden voor de bak in te draaien. U dient hem vrij te spreken.”
De officier bleef bij haar strafeis. Zij neemt het S. zeer kwalijk dat hij blijft ontkennen en geen enkel berouw toont. “Bovendien heeft u de auto laten verdwijnen en bent u in het verleden vaker in de fout gegaan. U hoort niet in het verkeer thuis.”
Uitspraak op 22 februari.